Op 4 mei 2018 bereikte ons via Yannick Boes (voormalig directeur van brouwerij Alken, Ere-voorzitter van de Federatie van de Belgische Brouwers, voorzitter van het Hoger Instituut voor Bier en Gastronomie, … en lid van de ASG- Raad van Advies) een opmerkelijk bericht: “Gisterenavond groot en fijn nieuws in de Abdij van Grimbergen: de Prelaat Eric de Sutter kondigde officieel aan dat er concrete plannen bestaan om naast de brasserie Fenikshof een Micro-brouwerij te installeren : “Grimbergen terug naar Grimbergen” was dan ook het motto van de uiteenzetting door de Prelaat en de Prior Karel Stautemans.” Uiteraard werd er na de uiteenzetting een heerlijke Grimbergen gedronken.
Grimbergen terug in Grimbergen
 |
|
 |
In het jaar 1128 bouwde de Heilige Norbertus in de Brabantse gemeente Grimbergen een abdij voor de kloosterorde der Norbertijnen. Naast de religieuze taken legden de paters zich toe op de kunst van het brouwen. Samen met de afschaffing van het klooster tijdens de Franse Revolutie verdween ook de brouwerij. Bij de latere heroprichting van de abdij werd er geen brouwerij meer voorzien. De abdij bestelde haar bier, met name het paasbier Optimo Bruno, bij lokale brouwers. |
In 1977 nam achterkleinzoon Theo Maes de Brusselse brouwerij Vandenheuvel-Ixelberg over en in 1978 kwam Brasserie-Malterie l’Union uit Jumet aan de beurt. Na die datum verhuisde de productie van Grimbergen naar Brouwerij Union in Jumet. In 1988 ging Maes een fusie aan met de Brouwerijen Alken-Kronenbourg en sinds de sluiting van de vestiging in Jumet (2007) werd de productie verplaatst naar de Brouwerij van Alken. Heden bezit de Carlsberg Group de licentie om het Grimbergenbier te brouwen. Voor de Belgische markt staat Alken-Maes in voor de productie en de verspreiding van het Grimbergenbier. |
 |
Om de toeristen die de Abdij van Grimbergen bezoeken de kans te geven kennis te nemen van hoe en waar Grimbergenbier wordt gebrouwen, heeft de abdij in samenwerking met de brouwerij, een deel van haar gebouwen sinds 1997 ingericht als “abdijbiermuseum”. (J.C.) |
